Een schouder uit de kom is een van de meest voorkomende ontwrichtingen. Het is ook erg pijnlijk. Het gewricht wordt meestal snel weer op zijn plaats getrokken, maar daarna moet het genezen. Dat kan met een draagdoek of een speciale brace. Soms geneest het letsel niet juist. Daardoor bestaat het risico op een blijvend instabiele schouder, of dat uw schouder meer dan eens uit de kom gaat. Dan wordt de schouder beter geopereerd.
Waar zit het?
Het schoudergewricht verbindt de bovenarm met het schouderblad. Het is een bolgewricht: het bovenuiteinde van de bovenarm heeft de vorm van een bol, die past in een kommetje of pan in het schouderblad. De wetenschappelijke naam voor de bol is humeruskop, die voor de kom is glenoïd.
Een wankel evenwicht
De bol is groot vergeleken met de kom. Hij balanceert in de kom als een balletje op de neuspunt van een zeeleeuw, of een golfbal op een tee. Bovendien is de pan nogal plat. Verschillende weefsels fungeren als veiligheidsgordel en zorgen ervoor dat de bol niet uit de kom glipt.
- Het labrum is een dikke bandvormige kraakbeenring die stevig vastzit op de kom. Het vergroot de oppervlakte ervan en omsluit de bol als een soort zuignap.
- Een gewrichtskapsel met gewrichtsbanden of ligamenten houdt kom en bol bij elkaar. Dat kapsel is stevig maar ook ruim, zodat het gewricht een grote bewegingsvrijheid heeft. Aan de kant van de kom zitten het kapsel en de gewrichtsbanden vast aan het labrum, aan de kant van de bol aan het bot.
- Het rotatorenmanchet, ook wel de rotatorcuff genoemd, omgeeft het gewricht met het labrum en het kapsel. De rotatorcuff bestaat uit vier belangrijke spierpezen die samen één groot peesblad vormen en vastgehecht zijn aan de bol van het gewricht.
Wat gebeurt er?
Een gewricht is een ‘losvaste’ verbinding tussen twee botten: het maakt beweging mogelijk maar houdt die botten tezelfdertijd bij elkaar. De schouder is een van de beweeglijkste gewrichten in ons lichaam. Maar soms loopt het net daardoor mis en raakt de schouder ontwricht. Een andere naam daarvoor is schouderluxatie. De bol van de schouder schuift dan letterlijk uit de kom. Meestal schiet de bol naar voren en komt dan voor de pan te liggen.
Oorzaken
- Een beweging die uw arm in een extreme of abnormale houding duwt. Bijvoorbeeld door op uw schouder te vallen, of doordat iemand heel hard aan uw arm trekt.
- Was uw schouder al eens eerder ontwricht, dan is de kans groter dat het opnieuw gebeurt. Dat komt doordat die eerste ontwrichting schade kan veroorzaakt hebben aan de veiligheidsgordel die de bal op zijn plaats houdt. Hoe jonger u de eerste keer was, des te groter de kans op herhaalde ontwrichtingen.
Symptomen
- Erge plotse pijn in de arm, tot in de schouder.
- U kunt de arm niet meer bewegen uit de positie waarin hij nu vastzit.
- De bol duwt tegen de huid, waardoor uw schouder er abnormaal recht en hoekig uitziet.
Gevolgen
Dit kan allemaal gebeuren, in oplopende volgorde van ernst.
- Het gewrichtskapsel en de gewrichtsbanden worden uitgerekt.
- Het labrum scheurt vooraan los van de kom. Dat heet een Bankartletsel of labrumletsel. Komt het labrum aan de bovenkant los, dan heet dat een SLAP-letsel.
- De kop deukt achteraan in doordat hij tegen de scherpe rand van de kom wordt aangeduwd. Dat is een HillSachsletsel. Oudere mensen hebben eerder een rotatorcuffscheur dan een labrumletsel na een ernstige ontwrichting.
Diagnose en behandeling
- Eerst wordt een foto van de schouder gemaakt om te controleren of er behalve een ontwrichting ook een botbreuk is.
- Dan wordt uw schouder terug op zijn plaats gezet, al dan niet onder verdoving. Daarvoor bestaan verschillende manipulatietechnieken.
- Vervolgens wordt een controlefoto gemaakt.
- Zo nodig wordt een arthro-CT-scan gemaakt. Dat is een combinatie van een röntgenonderzoek met contraststof en een CT-scan. Op zo’n scan is duidelijker zichtbaar welke schade er is aangericht en wat verder moet gebeuren.
- U krijgt geneesmiddelen tegen de pijn.
- U krijgt een draagdoek om, zodat uw schouder kan rusten.
Elke behandeling moet niet alleen de schade herstellen, maar ook een nieuwe ontwrichting zoveel mogelijk voorkomen. Het risico op een nieuwe ontwrichting is afhankelijk van verschillende factoren.
- Leeftijd is de belangrijkste: hoe jonger, hoe groter het risico.
- Uw sportactiviteit: bij contactsporten zoals rugby is de kans groter dan bijvoorbeeld bij lopen.
Behandeling zonder operatie
- Bent u jong en is het uw eerste schouderontwrichting, dan is een speciale, zogenaamde ERbrace de gebruikelijke behandeling. U moet hem zes weken lang voortdurend dragen. De brace verlaagt de kans dat uw schouder later opnieuw uit de kom gaat.
- In andere gevallen kan een draagdoek die enkele dagen uw pijnlijke schouder ondersteunt genoeg zijn.
- U volgt kinesitherapie om uw schouderspieren te verstevigen zodat het niet opnieuw gebeurt.
- Contactsporten mag u ten vroegste na drie maanden opnieuw beoefenen.
Wanneer een operatie?
Een operatie is beter als:
- uw schouder enkele maanden later nog altijd onstabiel aanvoelt doordat de bol te los in de kom zit.
- uw schouder al verschillende keren uit de kom gegaan is. Soms is een operatie al nodig na een eerste ontwrichting.
Er bestaan twee soorten hersteloperatie: de Bankart-procedure en de Latarjet-procedure.
Bankart-procedure
- De Bankart-procedure wordt alleen uitgevoerd als er weinig schade aan het bot is.
- Hij wordt gebruikt om het losgescheurde stuk labrum weer vast te maken aan het bot.
- Een of meer ankertjes worden vastgeschroefd in de kom van het gewricht. Hechtdraad die vastzit aan het ankertje trekt het afgescheurde stuk strak tot tegen het bot aan. Daarna wordt de hechtdraad dichtgeknoopt.
- De ingreep gebeurt meestal met een kijkoperatie. U blijft ten hoogste één nacht in het ziekenhuis.
Revalidatie en herstel
- Na de operatie krijgt u een draagdoek. De volgende zes weken draagt u hem alleen ’s nachts en als u in een drukke omgeving met veel andere mensen bent.
- De draadjes gaan eruit na 14 dagen.
- U oefent bij een kinesist en thuis volgens de voorschriften van uw arts en kinesist. Uw gebogen arm naar buiten bewegen, is de eerste weken tot maanden verboden.
- Contactsporten mogen pas opnieuw na ten vroegste zes maanden.
Resultaat
- De pijn verdwijnt heel snel.
- De kans dat u uw schouder daarna opnieuw ontwricht is heel laag: 10 tot 15 procent.
- U kunt uw schouder weer normaal bewegen. Alleen uw arm naar buiten draaien gaat enkele maanden iets minder goed. Die beperking beschermt u extra tegen een nieuwe schouderontwrichting.
Latarjet-procedure
- De Latarjet-procedure of botblokoperatie wordt gebruikt als een stukje bot van de kom afgebroken is. Deze procedure wordt vooral gebruikt als u een contactsport beoefent of als de ontwrichting teruggekomen is na een eerdere operatie.
- Het kan met een open operatie of een kijkoperatie, onder volledige verdoving. U blijft één of twee nachten in het ziekenhuis.
- Een stukje botuitsteeksel van het schouderblad wordt afgezaagd. Het wordt samen met de pezen die eraan vastzitten getransplanteerd naar de schouderkom, om daar het afgescheurde stukje te ondersteunen. Het wordt vastgemaakt met één of meer schroefjes. De pezen zorgen voor extra stevigheid zodat het gewricht niet opnieuw uit de kom schiet.
Revalidatie en herstel
- U hoeft geen draagdoek om.
- De draadjes gaan eruit na 14 dagen.
- U krijgt kinesitherapie en oefent zelf vanaf de eerste dag thuis. Gaan zwemmen mag na zes weken en is heel goed voor het herstel.
- De eerste drie maanden mag u geen contactsporten beoefenen.
Resultaat
- De pijn verdwijnt heel snel.
- Na deze operatie is de kans dat u uw schouder opnieuw ontwricht heel laag: 5 procent.
- U kunt uw schouder weer normaal bewegen als u intensief oefent.
Verwikkelingen
- Een infectie komt soms voor.
- Een nabloeding stopt meestal vanzelf.
- Schade aan zenuwen en bloedvaten is erg zeldzaam.
- Frozen shoulder. Een geleidelijke verstijving van de schouder kan ontstaan na elke schouderoperatie. Om een frozen shoulder te voorkomen, moet u na de operatie oefeningen uitvoeren om uw schouder beweeglijk te houden. Uw dokter of kinesist legt uit hoe dat moet.