Met het ouder worden krijgen we last van artrose. Ook het acromio-claviculaire gewricht tussen het sleutelbeen en het schouderdak ontsnapt er niet aan. De artrose maakt uw arm bewegen pijnlijk. Het probleem wordt eerst behandeld met geneesmiddelen en bewegingstherapie. Werkt dat niet, dan kan een operatie u van het probleem afhelpen.
Waar zit het?
Het AC-gewricht is een onderdeel van de schouder. Voluit heet het: acromio-claviculaire gewricht. Het verbindt het sleutelbeen (clavicula) met het schouderdak (acromion). Dat schouderdak is een benig uitsteeksel bovenaan het schouderblad, het vlakke driehoekige bot dat de rugzijde van de schouder vormt. Het steekt als een dakje uit boven de bol aan het uiteinde van de bovenarm.
De uiteinden van het gewricht zijn bedekt met kraakbeen en tussen beide zit een discus, een soort kraakbeenschijfje. Het zit stevig ingepakt in een gewrichtskapsel.
Verschillende gewrichtsbanden verbinden het schouderdak en het sleutelbeen met andere botjes en zorgen er zo voor dat alles op zijn plaats blijft zitten. Gewrichtsbanden ofwel ligamenten zijn gemaakt uit vezelig bindweefsel en niet uit bot of kraakbeen.
Wat gebeurt er?
- Artrose of slijtage is een gevolg van het normale verouderingsproces. Dan slijt het kraakbeen af dat er normaal voor zorgt dat de botten in onze gewrichten soepel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Wanneer dat gebeurt, gaat bot tegen bot wrijven. Dat doet pijn. Ook het AC-gewricht kan aangetast worden.
- Die artrose kan bovendien papegaaienbekken of osteofyten doen ontstaan. Dat zijn aangroeiingen die het bot zelf maakt.
- Ook cysten - met vocht gevulde blaasjes - kunnen ontstaan, door een toename van gewrichtsvocht.
- Als het gewricht zwaar belast wordt, kan artrose er sneller in ontstaan. Vooral als u vaak zware dingen boven uw hoofd tilt, bijvoorbeeld als gewichtheffer. Ook een ontwrichting van het AC-gewricht kan jaren later versnelde artrose veroorzaken.
Symptomen
- Pijn bovenop de schouder. Vooral als u uw arm opheft of iets wilt optillen, uw arm tegen uw romp aanduwt, of op uw schouder ligt. De pijn kan uitstralen naar uw nek of bovenarm.
- Soms een zwelling bovenop uw schouder, afkomstig van vochtophoping of van papegaaienbekken.
- Soms maakt het gewricht een klikkend of knappend geluid als u het beweegt.
Onderzoek en diagnose
- Uw verhaal: waar en wanneer doet het pijn? Bijvoorbeeld, reiken naar uw andere schouder of autorijden, kunnen de pijn uitlokken.
- Een uitwendig lichamelijk onderzoek. De dokter duwt op het gewrichtje en manipuleert uw arm in bepaalde richtingen.
- Een röntgenfoto toont de botaangroeiingen in het gewricht.
- Soms gebeurt ook een echografie.
- Soms gebeurt een arthro-CT onderzoek of een botscan, om andere oorzaken van de pijn uit te sluiten. Voor een arthro-CT-onderzoek wordt contraststof ingespoten, voor een botscan een licht radioactieve stof. Daarna wordt de opname gemaakt.
- Soms krijgt u een inspuiting met een plaatselijk verdovend middel. Helpt het meteen, dan bevestigt dat de diagnose en mag cortisone daarna gebruikt worden als behandeling. Helpt het verdovend middel niet, dan wordt de pijn veroorzaakt door iets anders dan artrose van het AC-gewricht.
Behandeling
Zonder operatie
In het beginstadium is de behandeling conservatief. Dat betekent dat er niet geopereerd wordt.
- Rust: bewegen mag, maar binnen uw pijngrens. U mag het gewricht niet overbelasten en geen zware dingen optillen.
- Geneesmiddelen: pijnstillers of ontstekingsremmers verminderen de pijn en de ontsteking.
- Een inspuiting in het gewricht met een plaatselijk verdovend middel of cortisonepreparaat. Zo’n inspuiting werkt tijdelijk, maar kan u een hele tijd van het probleem afhelpen. Cortisone kan onplezierige nevenwerkingen hebben. Daarom mag u maar een drietal keer zo’n inspuiting na elkaar hebben, telkens met ten minste twee weken ertussen.
Met operatie
Alleen als het vorige niet genoeg helpt of als het gewricht al behoorlijk is beschadigd, gebeurt een operatie. Dat heet een distale clavicularesectie.
- De operatie gebeurt in de dagkliniek of met één overnachting.
- Doorgaans kan de operatie gebeuren via een kijkoperatie of arthroscopie. Het litteken is dan kleiner en er moeten geen spieren beschadigd worden voor de ingreep.
- De chirurg maakt enkele kleine sneetjes door de huid van uw schouder.
- Via een van die sneetjes brengt hij een kleine camera in het gewricht. Het beeld wordt vergroot geprojecteerd op een beeldscherm.
- Langs de overige sneetjes voert de chirurg de ingreep uit met speciale instrumenten.
- Een klein stukje van het uiteinde van het sleutelbeen en het schouderdak worden weggehaald. Daardoor komt er weer meer ruimte in het gewricht en stopt de wrijving van bot op bot. Het lichaam herstelt daarna zichzelf. Het vervangt wat weggehaald is door littekenweefsel, dat een nieuwe en flexibele verbinding vormt tussen het sleutelbeen en het schouderdak. Ook de benige uitwassen worden weggeslepen.
Verwikkelingen
Complicaties zijn mogelijk bij iedere operatie. Bij dit soort schouderoperatie zijn ze gelukkig erg zeldzaam.
- Infectie
- Blijvende pijn
- Frozen shoulder. Dat betekent dat de schouder geleidelijk aan verstijft. Om dat te voorkomen, moet u uw schouder veel bewegen volgens de voorschriften van uw arts en kinesist.
- Een bloeduitstorting
- Verkalking
- Zenuwbeschadiging
Revalidatie
- De eerste dagen houdt u de onderarm in een draagdoek zodat uw schouder kan rusten.
- De draadjes gaan eruit na 14 dagen.
- U mag uw arm van in het begin zachtjes bewegen en oefenen, zodat de schouder niet verstijft. Uw kinesist of dokter legt uit wat mag en niet mag. De eerste zes weken mag u hem namelijk niet zwaar belasten. Daarna voert u ook oefeningen uit om de spieren weer sterker te maken.
- Het duurt zes weken tot drie maanden voor u helemaal genezen bent. Soms zelfs zes maanden.