Een aortadissectie in de aorta ascendens (type A) wordt altijd behandeld met een operatie. Bij een dissectie in de aorta descedens (type B) wegen de artsen de risico's van wel en niet opereren af. Is de situatie stabiel, dan wordt u met medicatie behandeld.
Operatie aortadissectie type A
De hartchirurg voert deze operatie uit. Om de aortaboog en de aorta ascendens te kunnen bereiken, moet de chirurg het borstbeen openen. De ademhaling en bloedsomloop worden overgenomen door een hart-longmachine. Het gaat dus om een grote operatie met een relatief lang herstel.
Het zieke stuk aorta wordt vervangen door een buis uit kunststof (vaak Dacron). Die buis wordt tussen de niet-aangetaste delen van de aorta ingehecht, zodat er geen bloed meer tussen de twee lagen van de aortawand kan stromen.
Aortawortel
In sommige gevallen is de aortawortel aangetast door de dissectie.
Als de aortaklep onherstelbaar is beschadigd, wordt hij samen met het zieke stuk aorta vervangen door een kunststofbuis met een mechanische of een biologische kunstklep. De keuze wordt individueel bepaald, afhankelijk van onder andere de leeftijd. De kransslagaders, die de hartspier van zuurstofrijk bloed voorzien, ontspringen vanuit de aortawortel. Daarom worden ze tijdens de ingreep opnieuw ingehecht op de kunststofbuis.
Soms is de aortawortel wel aangetast door de dissectie, maar is de aortaklep toch niet (onherstelbaar) beschadigd. Dan wordt alleen de aortawortel vervangen door een kunststofbuis, met inhechting van de eigen aortaklep. Ook dan moeten de kransslagaders in de kunststofbuis worden ingehecht.
Opstijgende aorta
Het opstijgende deel van de aorta (aorta ascendens) begint net boven de aortawortel en loopt tot aan het begin van de aortaboog. Als dit deel van de aorta is aangetast, wordt het vervangen door een buis uit kunststof.
Aortaboog
Als de aortaboog is aangetast, wordt hij vervangen. Soms moet alleen het onderste deel worden behandeld. Bevindt de scheur zich in het gebied van de bloedvaten die naar de hersenen en armen leiden, dan moeten die bloedvaten worden losgemaakt van de aorta en worden ze opnieuw op de kunststofbuis ingehecht.
Bij behandelingen van de aortaboog moet het lichaam van de patiënt worden gekoeld tot 25°C om de weefsels te beschermen.
Operatie aortadissectie type B
Bij een aortadissectie type B staat de vaatchirurg in voor de operatie.
Operatie met een buisprothese
De open operatie die eerder werd beschreven kan ook worden gebruikt om een dissectie te behandelen van de aorta descendens en buikslagader, vooral bij jonge patiënten met een erfelijke of genetische aandoening. Afhankelijk van de grootte en de plaats van de dissectie zal de chirurg een snede moeten maken.
Operatie met een endoprothese
Soms kan een endoprothese via de lies naar de plaats van het aneurysma of de dissectie worden gebracht. Een endoprothese is een combinatie van een vaatprothese en stents (soort metalen veren) en verstevigt de binnenkant van de vaatwand.
Die ingreep is alleen mogelijk als er in de aorta genoeg ruimte is om de endoprothese te bevestigen zonder de bloedtoevoer naar organen in het gedrang te brengen.
De ingreep - waarbij de patiënt onder algemene narcose wordt gebracht - kan worden uitgevoerd via een kleine wonde, meestal in de liesstreek. Mede daardoor is het herstel relatief korter dan bij een open operatie.