Wat is een aortadissectie?
Bij een aortadissectie zijn de binnenste en buitenste wand van de aorta van elkaar losgekomen en is het bloed zich gaan ophopen tussen de wandlagen van de aorta (bloeduitstorting).
Een dissectie ontstaat door een klein scheurtje in de binnenwand. Net zoals een aneurysma wordt een dissectie veroorzaakt doordat een ziekteproces het spier- en bindweefsel van de middenlaag van de vaatwand heeft aangetast.
Twee types
Dissecties worden onderverdeeld in twee types:
- Type A: de scheur in de binnenste laag ontstaat in de aorta ascendens of de aortaboog. Daardoor kunnen de bloedvaten naar het hart (kransslagaders) of naar de hersenen (halsslagaders) worden afgesloten. De scheur kan vanuit de opstijgende aorta ook doorlopen in de volledige aorta.
- Type B: de scheur begint in het afdalende deel van de aorta (aorta descendens), net voorbij de slagader voor de linkerarm.
Gevolgen
Een dissectie is gevaarlijk omdat ze zich over een grotere afstand kan uitbreiden, bijvoorbeeld over de hele lichaamsslagader tot – of tot en met – de bloedvaten in het kleine bekken. Belangrijke aftakkingen naar organen zoals hart, hersenen, ruggenmerg, nier, lever, darmen, maag en benen kunnen daardoor worden afgesloten, zodat de zuurstofvoorziening naar die organen in gevaar komt.
Oorzaken
Een aortadissectie ontstaat door factoren die de elasticiteit en toestand van de aortawand negatief beïnvloeden. Het gaat hierbij om:
- slagaderverkalking door onder andere een langdurige hoge bloeddruk, roken, suikerziekte of verhoogde cholesterol
- erfelijke bindweefselaandoeningen zoals het syndroom van Marfan
- (aangeboren) hartafwijkingen zoals een tweeslippige aortaklep in plaats van een drieslippige
- een vernauwing in de aorta (coarctatio aortae)
- voortdurende ontstekingen van de bloedvatwand (vasculitis)
- een infectie (bijvoorbeeld salmonella, hiv)
Acute opvang
Als een patiënt in het ziekenhuis wordt opgenomen omdat er een aortadissectie wordt vermoed, verloopt de opname als volgt:
- opname op de Spoedgevallendienst, Intensieve zorg of Intensieve zorg Cardiologie (hartbewaking)
- lichamelijk onderzoek: onderzoek van de buik, meting van hartslag en bloeddruk in beide armen en benen
- bloedafname, met tegelijk het plaatsen van een infuus voor medicatie
- zo snel mogelijk een CT-scan: door contrastvloeistof toe te dienen, kan de diagnose worden gesteld of bevestigd en kan een behandelplan worden opgesteld
- plaatsing van katheters om de bloeddruk en urineproductie te kunnen volgen
- elektrocardiogram (ECG) en echo van het hart en de aorta
- overleg tussen verschillende artsen (cardioloog, hartchirurg en vaatchirurg) over de diagnose en de beste behandeling: met medicatie of een operatie.
Behandeling
De behandeling van een dissectie is afhankelijk van de locatie.
- Dissectie in de aorta ascendens (type A): een operatie is altijd noodzakelijk. Het risico bestaat immers dat de dissectie zich uitbreidt naar het hart of de hersenvaten, die daardoor afgesloten kunnen geraken. Dat is een levensbedreigende situatie, zodat zo snel mogelijk moet worden geopereerd.
- Dissectie in de aorta descendens (type B): de artsen wegen de risico's van wel en niet opereren tegen elkaar af. Een spoedoperatie is alleen nodig als er orgaanschade dreigt - bijvoorbeeld aan darmen, nieren of ledematen - of als zich een bloeding heeft voorgedaan. Is de situatie stabiel, dan krijgt de patiënt in eerste instantie medicijnen toegediend per infuus.
Nazorg
Na de operatie wordt u de eerste dag(en) verder opgevolgd op de afdeling Intensieve zorg of Hartbewaking. We controleren zorgvuldig het functioneren van uw organen: hart, longen, nieren, ruggenmerg enz. Om de pijn en de bloeddruk onder controle te houden, krijgt u verschillende medicijnen. In de acute fase gebeurt dat via een infuus. Zodra het beter gaat, wordt overgeschakeld op pillen.
Wanneer uw toestand onder controle is en er geen bloeddrukverlagende medicatie via het infuus meer nodig is, wordt u overgebracht naar de verpleegafdeling voor verdere opvolging, herstel en revalidatie. Hoe lang het herstel en de revalidatie zullen duren, hangt af van het type en de locatie van de ingreep die u hebt ondergaan.
Welk type operatie u ook hebt ondergaan, levenslange opvolging door de diensten Thoracale en vasculaire heelkunde, Hartchirurgie of Cardiologie blijft in elk geval aangewezen.