Bij een aortadissectie in de aorta descedens (type B) wegen de artsen de risico's van wel en niet opereren af. Is de situatie stabiel, dan krijgt u in eerste instantie medicijnen toegediend via een infuus. U wordt daarvoor opgenomen op de afdeling Intensieve zorg of Intensieve zorg Cardiologie (Hartbewaking).
U krijgt medicijnen om de bloeddruk en hartslag onder controle te houden en u wordt van nabij gevolgd. Mochten zich complicaties voordoen – blijvende pijn, verder scheuren van de aorta, problemen met de werking van de organen enz. – dan kan toch nog worden beslist om een ingreep uit te voeren.
Bloeddrukverlagende medicijnen
Bloeddrukverlagende medicijnen zorgen ervoor dat de dissectie zich minder snel uitbreidt en verkleinen de kans op scheuren. U zult de medicijnen mogelijk levenslang moeten innemen.
Er zijn verschillende bloeddrukverlagende medicijnen op de markt. Bij aandoeningen van de aorta maakt men vaak gebruik van zogenoemde bètablokkers. Die verlagen niet alleen de bloeddruk, maar ook de hartslag en verlichten zo de druk op de aortawand.
In sommige gevallen volstaat één medicijn niet en moet u een combinatie van medicijnen nemen. Dat kan sterk verschillen van persoon tot persoon. Daarom wordt een behandeling op maat van de patiënt uitgewerkt.
Levenslange opvolging
Als aanvulling bij de medicamenteuze behandeling moet u ook bepaalde levensstijladviezen volgen om aandoeningen aan de aorta te voorkomen.
Ook bij een medicamenteuze behandeling is levenslange opvolging op de diensten Thoracale en vasculaire heelkunde, Hartchirurgie of Cardiologie aangewezen.