- Centraal apneusyndroom
- Nachtelijke myoclonus
- Restless legs syndroom
- Alcohol en slaapstoornissen
- Verandering van tijdszone (jet lag)
- Ploegenarbeid
- Vertraagde slaapfasesyndroom
- Versnelde slaapfasesyndroom
Centraal apneusyndroom
Bij de obstructieve vorm van slaapapneu wordt de ademhaling onderbroken door afsluiting van de bovenste luchtweg terwijl de ademhaling verdergaat. Bij de centrale vorm blijft de bovenste luchtweg geopend maar valt de centrale prikkel om te ademen weg.
Wanneer centrale apneus vaak voorkomen, veroorzaken ze dezelfde verschijnselen als bij het obstructief slaapapneusyndroom. Snurken is evenwel geen karakteristiek verschijnsel bij deze vorm van apneu. Centrale slaapapneu's worden vooral gezien bij aandoeningen van de hersenstam en bij hartfalen.
Periodieke beenbewegingen
Bij periodic limb movement syndrome (PLMS) treden periodieke bewegingen van de ledematen op tijdens de slaap, meest frequent van de benen.
De beenbewegingen zijn stereotyp en gelijken op de Babinski)reflex (strekken van de voet, buigen van de knie en de heup). Het interval tussen de bewegingen is vrij constant en bedraagt 20 tot 40 sec. Het syndroom kan bij een of beide benen voorkomen waarbij de periodiciteit van de twee ledematen verschillend kan zijn.
De patiënt is zich doorgaans niet bewust van deze aandoening maar de bedpartner kan hinder ondervinden van het repetitieve schoppen. De periodieke beenbewegingen interfereren wel met de slaap, doordat zij ontwaakreacties induceren. Dat kan een oorzaak zijn van zowel insomnia als slaperigheid overdag.
Restless legs
Deze term verwijst naar een aandoening waarbij er hinderlijke gewaarwordingen (paresthesieën) optreden ter hoogte van de ledematen, meestal de benen, in rusttoestand. Het gaat om een onaangename, kriebelende of wriemelende sensatie ter hoogte van de kuiten, die zich soms uitbreidt naar de knieën, dijen en armen.
De klachten nemen toe in rust, vaak bij het naar bed gaan, en kunnen het inslapen verhinderen. Beweging is de enige manier om deze sensatie te onderdrukken.
Patiënten met restless legs verplaatsen vaak de benen en moeten soms het bed uit om de ledematen te strekken. Alhoewel er meestal geen oorzaak wordt gevonden, weten we toch dat deze kwaal vaker voorkomt bij bloedarmoede, nierziekten, diabetes of andere interne aandoeningen. Er bestaan ook familiale vormen van restless legs. Patiënten met restless legs hebben soms ook last van periodieke beenbewegingen.
Na uitsluiting en aanpak van een eventuele primaire oorzaak worden restless legs behandeld met medicatie.
Alcohol en slaapstoornissen
Een slaapmutsje drinken is populair en wordt soms aangeraden aan slechte slapers. Alhoewel een beperkte hoeveelheid alcohol kan helpen bij de geestelijke en lichamelijke ontspanning die voorafgaat aan de slaap, moet het gebruik van alcohol toch ontraden worden. Een grote dosis alcohol vóór het slapengaan brengt meestal een roes teweeg, waardoor de slaap vrij snel intreedt. In de tweede helft van de nacht echter, wanneer de alcoholconcentratie in het bloed onder een bepaald peil zakt, wordt het ontwaken gestimuleerd en kan men nog moeilijk de slaap hervatten.
De slaap van alcoholici is oppervlakkig en gefragmenteerd. Essentiële slaapstadia komen er minder in voor. Overdag kan overdreven slaperigheid optreden. Ook na ontwenning kunnen de slaapstoornissen gedurende jaren aanhouden en tot herval van het alcoholisme leiden.
Verandering van tijdszone (jet lag)
Na een transmeridiane vlucht, waarbij meerdere tijdszones overschreden worden, wordt het endogene circadiane ritme geconfronteerd met een nieuw extern tijdschema. Dat gaat gepaard met een tijdelijke verstoring van een aantal lichaamsfuncties, zoals spijsvertering en slaap.
Slapeloosheid is vaak onvermijdelijk doordat iemand gaat slapen op een ogenblik dat de interne klok nog op dagtijd is ingesteld. Naast slapeloosheid kan de aan jet lag onderhevige persoon nog andere symptomen hebben: moeheid, hoofdpijn, verminderde cognitieve performantie, humeurigheid, indigestie.
De resynchronisatie gebeurt geleidelijk, a rato van één tot twee uren per dag. Vermits de endogene klok gemakkelijker vertraagt dan versnelt, stelt de aanpassing aan een westwaartse vlucht doorgaans minder problemen dan een reis naar het oosten.
Ploegenarbeid
Ploegenarbeiders werken op onconventionele uren, zoals nachtdienst of volgens roterende shift. De problemen die daardoor ontstaan lijken goed op jet lag, ook al is er geen verplaatsing met het vliegtuig. De aanpassing aan een schema waarbij gewerkt wordt terwijl anderen slapen (en omgekeerd) is niet evident.
Wanneer mensen van de nachtploeg trachten te slapen overdag, merken zij vaak dat hun slaap verstoord wordt door licht, lawaai of te hoge omgevingstemperatuur. Waar zij zich meestal niet van bewust zijn is het feit dat de slaap niet volgens normale cycli verloopt, daar de programmering ervan ingesteld is op de nacht. Dat kan eveneens leiden tot niet-verkwikkende slaap.
Het conflict tussen de opgelegde slaap overdag en de geprogrammeerde slaap 's nachts kan ook aanleiding geven tot ernstige inslaap- en doorslaapstoornissen. Adaptatie aan het veranderde slaap-waakritme kan moeizaam verlopen bij een snelroterende shift of bij een shift die telkens op een vroeger tijdstip begint (zoals vaak het geval is in de Belgische industrie).
Omgekeerd lopen ploegenarbeiders het risico om in slaap te vallen tijdens de shift. Aangezien dat bijna onvermijdelijk is, verdient het aanbeveling om op vaste tijdstippen dutjes in te lassen tijdens de werkperiode. Door cumulerend slaaptekort kunnen gevaarlijke situaties ontstaan, vooral wanneer de ploegenarbeider voor het transport naar en van het werk aangewezen is op eigen vervoer.
Uiteindelijk is het voor velen in deze sector moeilijk om tegelijk te voldoen aan de noodzaak om te slapen en toch toe te komen aan een normaal gezinsleven of deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten.
Vertraagde slaapfasesyndroom
Bij het vertraagde slaapfasesyndroom komt de intrede van de slaap veel later dan gewenst en is het volstrekt onmogelijk om te ontwaken op een normaal ochtenduur. Het inslapen verloopt gewoonlijk steeds op hetzelfde tijdstip (na middernacht). De slaap verloopt verder ongestoord. De volledige slaapepisode is dus te laat geprogrammeerd in de maatschappelijke 24 uurscyclus.
De belangrijkste klachten zijn slapeloosheid in het begin van de nacht of slaperigheid in de ochtend. Het onderscheid met insomnia is echter dat het bemoeilijkte inslapen gevolgd wordt door een normale hoeveelheid ongestoorde slaap. Alle pogingen om de slaaptijd naar een vroeger tijdstip te verplaatsen zijn futiel.
Niet zelden gebruiken deze patiënten slaapmiddelen (of alcohol) om vroeger te kunnen inslapen. Het vertraagde slaapfase-syndroom is een obstakel om ochtendlijke sociale of professionele verplichtingen na te komen. In ernstige gevallen kan dat zelfs leiden tot ontslag.
Versnelde slaapfasesyndroom
Het versnelde slaapfasesyndroom wordt gekenmerkt door het steevaste onvermogen om het intreden van de slaap uit te stellen tot een normaal avonduur en om het doorslapen te verlengen tot een normaal ochtenduur.
De volledige slaapepisode is dus te vroeg geprogrammeerd in de maatschappelijke 24 uurscyclus.
De belangrijkste klachten zijn slaperigheid naar de avond toe of doorslaapproblemen in de vroege ochtend. Het onderscheid met insomnia is echter dat het vroege ontwaken voorafgegaan wordt door een normale hoeveelheid ongestoorde slaap.
De prestaties overdag, op school of op het werk, worden niet verstoord door slaperigheid. De avondactiviteit daarentegen is beperkt door de noodzaak om veel vroeger te stoppen dan wat aanvaardbaar is volgens de sociale norm. Alle pogingen om de slaaptijd naar een later tijdstip te verschuiven zijn gedoemd om te mislukken.
Het versnelde slaapfasesyndroom kan familiaal voorkomen. Soms komt het voor op oudere leeftijd, in combinatie met dementie.