Wat is de ziekte van Ménière?
De ziekte van Ménière werd voor het eerst beschreven in 1861 door de Franse arts Prosper Ménière. De ziekte treft ongeveer een op de duizend mensen. Ze kan beperkt blijven tot een oor, maar bij meer dan 40 procent van de patiënten treft ze vroeg of laat ook het tweede oor. Meestal treden de eerste symptomen van de ziekte op tussen de 20 en de 50 jaar, een zeldzame keer komen ze ook bij kinderen voor.
Klachten
De symptomen zijn aanvallen van draaiduizeligheid, gehoorverlies en tinnitus. Die klachten evolueren met de tijd.
Beginstadium
In het beginstadium van de aandoening krijgt u vooral aanvallen van draaiduizeligheid, meestal gepaard met misselijkheid of braken. De aanvallen duren 20 minuten tot een aantal uur. Ze worden vaak vooraf gegaan door een drukkend gevoel in het oor of het gevoel dat het oor vol zit. Doorgaans herstelt het gehoor zich na de aanval. Het gehoorverlies fluctueert. Daardoor stelt onderzoek dat tussen twee aanvallen door plaatsvindt vaak geen afwijkingen vast.
Evolutie
Naarmate de aandoening verder evolueert, wordt ook het gehoorverlies belangrijker. De frequentie en ernst van de aanvallen van draaiduizeligheid bereiken een maximum en nemen dan geleidelijk aan af.
Laatste stadium
Het laatste stadium kenmerkt zich door almaar toenemend gehoorverlies. Het gehoorverlies fluctueert niet meer, maar is constant aanwezig. Als beide oren aangetast worden, kan ernstige slechthorendheid ontstaan. De aanvallen van draaiduizeligheid verdwijnen uiteindelijk, maar vaak treden er klachten op van onvastheid, voornamelijk in het donker.
Diagnose
Duizeligheid kan uiteenlopende oorzaken hebben. Voor de patiënt en de arts is het niet makkelijk om op basis van de klachten een ziektebeeld te bepalen. Een uitgebreide anamnese, een klinisch onderzoek en gehoortesten zijn uitermate belangrijk voor de diagnosestelling.
Daarnaast moeten ook een aantal mogelijke aandoeningen uitgesloten worden. Dat gebeurt door bijkomend bloedonderzoek en radiografieën van het oor.
Behandeling
De behandeling van de ziekte van Ménière is gebaseerd op ervaring en niet op harde wetenschappelijke argumenten. Genezing is vaak (nog) niet mogelijk. Ook het toenemende gehoorverlies voorkomen, kan vaak (nog) niet. Redenen hiervoor zijn dat de oorzaken nog niet goed gekend zijn en dat de ziekte een hardnekkig en terugkerend karakter heeft.
Toch bestaan er meerdere klassieke en heelkundige maatregelen die voornamelijk de duizeligheidsklachten verhelpen. De nko-arts zal afhankelijk van de ernst van de aandoening in overleg met de patiënt de meest geschikte aanpak bepalen.
Meer informatie vindt u in de folder 'Ziekte van Ménière' (206.77 KB) "pdf".