Onder normale omstandigheden lopen tranen via een systeem van traanwegen en een traanzak van de ooghoek naar de neus. Een verstopping in dat afvoersysteem kan tranende ogen geven.
Oorzaak
De oorzaak is meestal niet gekend, maar een verstopping van de traanwegen of traanzak kan ontstaan na infecties van de traanzak, door aangezichtstrauma's of als een complicatie na een endoscopische sinusheelkunde. Bij een kleine groep patiënten wordt tegelijk een neustussenschotdeviatie of chronische sinusitis vastgesteld.
Een verstopping van de traanwegen of traanzak komt frequent voor. Een oogarts stelt de diagnose. Door de traanwegen en traanzak te onderzoeken, bepaalt hij op welk niveau de verstopping zich bevindt.
Behandeling
Meestal wordt een operatie pas overwogen als andere behandelingen zoals warme kompressen, antibiotica, een massage en het wijder maken van de traanwegen geen blijvende oplossing bieden. De beslissing om te opereren wordt altijd in overleg met de patiënt en een oogarts genomen.
Dacryocystorhinostomie (DCR)
Een dacryocystorhinostomie (DCR) is een operatie tegen een traanzak- of traanwegverstopping. Er zijn twee technieken. De oogarts bespreekt de mogelijkheden met de patiënt.
- Een uitwendige DCR, met uitwendige incisie, wordt door de oogarts uitgevoerd.
- Een endoscopische DCR, zonder uitwendige incisie, voert de oogarts samen met de neus-keel-oorarts uit.
Bij beide operaties wordt een opening gemaakt in de traanzak zodat de tranen onmiddellijk in de neus vloeien. De operatie is in 84 tot 95 procent van de gevallen succesvol. De resultaten voor een endoscopische DCR en externe DCR zijn vergelijkbaar.
Verloop van een endoscopische DCR
Een endoscopische DCR gebeurt altijd onder volledige verdoving en indien mogelijk via daghospitalisatie. De ingreep duurt ongeveer 40 minuten en wordt uitgevoerd via het neusgat. Daardoor is er geen uitwendige incisie ter hoogte van de ooghoek nodig.
- De traanzak wordt endoscopisch opgezocht via het neusgat. Het bot dat over de traanzak ligt, wordt endoscopisch weggenomen.
- Na het openen van de traanzak wordt het slijmvlies van de neus tegen de wand van de traanzak gelegd. Dat verkleint achteraf de kans op dichtgroeien.
- Op het einde van de ingreep wordt een kleine neuswiek geplaatst om de bloeding te stelpen. Die neuswiek wordt na twee dagen voorzichtig door een nko-arts verwijderd.
Bij 10 tot 15 procent van de patiënten is ook een correctie van het neustussenschot nodig om een optimaal resultaat te bekomen. Soms worden siliconenbuisjes geplaatst om vernauwing tegen te gaan. Die buisjes blijven gemiddeld een achttal weken zitten en worden nadien onder lokale verdoving verwijderd.
Een endoscopische DCR heeft als voordelen dat er geen uitwendig litteken is, de genezing doorgaans snel verloopt en er een zeer laag risico is op complicaties.
Mogelijke complicaties
Complicaties ten gevolge van een endoscopische dacryocystorhinostomie zijn zeldzaam. Recente studies tonen aan dat de kans op een complicatie tijdens en kort na de ingreep ongeveer de een op de honderd bedraagt.
De meest frequente complicaties tijdens en kort na de ingreep zijn neusbloeding en een beschadiging aan de oogkas met tijdelijk een blauw oog tot gevolg. Bij ongeveer 6 procent van de patiënten veroorzaakt slechte wondgenezing een littekenvorming waardoor de opening van de traanzak weer dichtgroeit of verkleint.
Na de operatie
- In de eerste week na de operatie kan u wat bloed verliezen uit de neus. Om de kans op neusbloedingen te verminderen, mag u na de operatie een week lang uw neus niet snuiten. Na een week mag het weer wel, zij het voorzichtig.
- Gedurende vier weken na de ingreep moet u een neusspray gebruiken. U moet ook uw neus drie tot vier keer per dag reinigen met fysiologisch water.
- De eerste tien dagen na de operatie neemt u beter geen aspirine. Gebruik als u pijn hebt bij voorkeur paracetamol met of zonder codeïne.
- Zware lichamelijke inspanningen en in het bijzonder zwemmen doet u beter niet tot twee weken na de operatie.
- Vliegen mag pas vanaf zeven dagen na de operatie.
Opvolging
Na het ontslag uit de dagkliniek krijgt de patiënt een aantal afspraken.
- De eerste afspraak vindt twee dagen na de ingreep plaats. Dan wordt het neuswiekje verwijderd.
- De eerste, tweede en vierde week na de operatie zijn er controleafspraken. Na een endoscopische DCR vormen zich bloedklonters en korsten in de neus. Voor een goede genezing moet de nko-arts die regelmatig verwijderen.
- Als er buisjes geplaatst zijn, worden die na acht weken verwijderd.
- De laatste controle vindt zes maanden na de operatie plaats.