De aorta is de grootste slagader (arterie) van het lichaam en wordt ook wel de grote lichaamsslagader genoemd.
- De aorta ontspringt uit de linkerhartkamer. Dat deel wordt de aortawortel genoemd, waartoe ook de aortaklep behoort.
- Vanuit de aortawortel loopt de aorta omhoog. Dat deel wordt daarom de aorta ascendens of opstijgende aorta genoemd.
- De aorta maakt dan een bocht, de aortaboog, en loopt vervolgens naar beneden. Het dalende deel heet de aorta descendens.
Bij iedere hartslag wordt het bloed onder grote druk (de bloeddruk) de aorta ingepompt. Via de aorta stroomt het zuurstofrijke bloed naar het hele lichaam, behalve de longen.
Aortawand
Om de grote druk te kunnen opvangen, moet de aorta elastisch en stevig zijn. De wand van de aorta bestaat daarom, zoals alle slagaders, uit drie lagen:
- de binnenlaag
- de middenlaag, veerkrachtig en gespierd om de druk van de bloedstroom vanuit het hart aan te kunnen
- de buitenlaag, bestaande uit bindweefsel