Borstvoeding
Bij kinderen met een lip- en/of kaakspleet
Kinderen met een lip- en/of een kaakspleet kunnen meestal goed aan de borst drinken. Ze kunnen een vacuüm in de mondholte opbouwen en voldoende krachtig zuigen. Soms zijn wel kleine aanpassingen nodig om het voeden vlot te laten verlopen.
Bij kinderen met een lip-, kaak- en gehemeltespleet of een gedeeltelijke gehemeltespleet
Kinderen met een complete lip-, kaak- en gehemeltespleet of een gedeeltelijke gehemeltespleet kunnen zelden aan de borst drinken omdat ze geen vacuüm in de mondholte kunnen opbouwen. Daardoor kunnen ze niet krachtig zuigen. Deze kindjes kunnen wel afgekolfde moedermelk uit een flesje drinken.
Flesvoeding: speciale flesjes
Wanneer het drinken met een gewone speen niet lukt, kunt u de Special Needs Feeder van Medela of het Dr Brown’s Specialty Feeding System gebruiken bij kinderen met een gehemeltespleet. Deze systemen bestaan uit een fles met een speciale speen en een ventiel dat tussen de fles en de speen zit. Dat zorgt ervoor dat er enkel melk uit de speen komt wanneer het kindje daadwerkelijk zuigt.
Het systeem heeft drie standen die u kunt afstellen op de zuigkracht van de baby. U kunt ook zachtjes mee knijpen om de zuigkracht van uw kindje te ondersteunen. Vul de speen zoveel mogelijk voor een goede druk.
Voedingshouding
Ondersteun uw kindje goed en neem het ietwat rechtop op uw arm. Zorg ervoor dat het hoofd van uw kindje niet gedraaid is. Die houding verkleint de kans op verslikken en het teruggeven van melk door de neus.
Het kan er akelig uit zien als er melk door de neus van uw kindje terugkomt. Weet dat baby’s daar over het algemeen weinig last van hebben. Op latere leeftijd vinden kinderen het vaak wel onaangenaam. Het is wel belangrijk dat u de mond van uw baby na iedere voeding goed schoonmaakt met een vochtig gaasje.
Wanneer het gehemelte operatief gesloten is, vermindert de terugloop van voeding door de neus. Soms lost die operatie het probleem ook helemaal op.
Duur van de voeding
Laat het voedingsmoment niet langer dan 30 minuten duren, zo niet wordt het te vermoeiend voor uw kindje en is de kans groot dat het onvoldoende energie heeft voor de volgende voeding. Dat geldt voor borst- en flesvoeding.
Boertjes
Omdat kinderen met een schisis vaak onvoldoende vacuüm in de mondholte kunnen opbouwen, krijgen ze tijdens het eten en drinken regelmatig veel lucht binnen. Geef uw baby iets vaker de kans om een boertje te laten. Het is belangrijk dat u uw kindje daarvoor goed rechtop houdt. U kunt het ook onder de okseltjes optillen en op de buik met armpjes en hoofdje over uw schouder leggen. De slokdarmmond opent dan het beste.
Na de lipsluiting
Na de sluiting van de lip en het zachte verhemelte is het voor een baby vaak even wennen om te drinken maar meestal zijn er weinig echte problemen. Uw kindje kan dan krachtiger zuigen en heeft minder hulp nodig.
Contact
Heeft uw kindje problemen met eten en/of drinken? Neem dan contact op met logopediste Sarah Muys, sarah.muys@uzgent.be