In België zijn er jaarlijks meer dan 8000 nieuwe gevallen van kanker van de dikke darm (colon) en de endeldarm (rectum), gelijk verdeeld over de beide geslachten. Dit type kanker is bij mannen de tweede en bij vrouwen de derde meest dodelijke vorm. Als de ziekte tijdig ontdekt en behandeld wordt, is de prognose goed met een overlevingskans van meer dan 80 procent na 5 jaar.
De meeste darmtumoren ontstaan uit darmpoliepen. Een vezelarm en vetrijk dieet en rood vlees zouden de kans op darmkanker verhogen. In sommige families is er een erfelijke aanleg voor kanker, vooral als die op jonge leeftijd optreedt. Ook mensen met een inflammatoire darmziekte (ziekte van Crohn of colitis ulcerosa) hebben een verhoogd risico.
Symptomen
De meeste patiënten ondervinden geen specifieke symptomen. Mogelijke alarmsignalen zijn: chronische buikpijn, bloed in de stoelgang, een wisselend stoelgangpatroon (diarree of constipatie) en onverwachts gewichtsverlies.
Diagnose
Met een stoelgangonderzoek – de ontlastingstest of iFOBT – kunnen we bloed in de stoelgang opsporen. Dat kan erop wijzen dat er een poliep of tumor aanwezig is. Om de diagnose te bevestigen, voeren we een dikkedarmonderzoek (colonoscopie) uit. Meestal volgen dan nog een bloedonderzoek en een CT-scan van de buik om na te gaan in welk stadium de ziekte zich bevindt.
Behandeling
De meest aangewezen behandeling voor tumoren van de dikke darm (rechtercolon tot de endeldarm) is de tumor met het stuk darm en de bijbehorende bloedvaten chirurgisch verwijderen. Nadien volgt soms chemotherapie.
Afhankelijk van het ziektebeeld, kiest de chirurg voor een klassieke open ingreep of voor kijkoperatie of robotgeassisteerde ingreep. In die beslissing staan de veiligheid en het comfort van de patiënt voorop.
Behandelende artsen