Ureterocele
Een ureterocele is een cystische uitzetting nabij de uitmonding van de urineleider (of ureter) in de blaas. Hoe de afwijking ontstaat, is niet geheel duidelijk. Ze komt 4 tot 7 keer meer voor bij meisjes.
In 80 procent van de gevallen gaat het over een 'ectope ureterocele'. Dat betekent dat de ureterocele bij een urineleider hoort - bijna altijd de bovenpool van de nier - en dat de cystische uitzetting zich uitbreidt tot in de blaashals of het plaskanaal. In de andere gevallen blijft de ureterocele beperkt tot de blaas: de zogenoemde 'orthotope ureterocele'.
Ontdubbeld systeem
Normaal monden de urineleiders uit in de blaas en hebben we aan elke kant één urineleider.
Een 'ontdubbelde urineleider' of 'ondubbelde hoge urineweg' is een congenitale afwijking: de ureterknop (de embryologische oorsprong van de urineleider) wordt gesplitst of ontwikkelt zich twee keer. Het gevolg is dat de urineleider gedeeltelijk of volledig gesplitst is. Ook de nier kan ontdubbeld zijn.
Een ontdubbelde urineleider komt bij ongeveer 1 procent van de bevolking voor en wordt meer vastgesteld bij meisjes. Meisjes hebben ook frequenter klachten zoals infecties en urineverlies.
De urineleider die verbonden is met de bovenpool van de nier kan op een verkeerde plaats uitmonden (ectope urineleider). Bij meisjes kan die uitmonding zich ter hoogte van de blaashals, de plasbuis of de vrouwelijke genitaliën bevinden. Bij jongens in de plasbuis, de prostaat of de zaadleider.
Klinische presentatie
Tijdens de zwangerschap kan al een afwijking ter hoogte van de nieren van de baby te zien zijn. De nier kan opgezwollen zijn, wat hydronefrose wordt genoemd. De gynaecoloog zal u inlichten en verder nazicht adviseren.
Tijdens de ontwikkeling van het kind kunnen urineweginfecties, pijn, steenvorming of plasproblemen (incontinentie) optreden.
De klinische presentatie kan erg verschillen: het ene kind kan klachtenvrij zijn, terwijl een ander kind een ernstige infectie kan doormaken en nog een ander meisje volledig incontinent is omdat de urineleider voorbij de sluitspier uitmondt in de vagina.
Diagnostische aanpak
De diagnose wordt meestal gesteld met een cystografie als uw kind last heeft gehad van urineweginfecties.
In sommige gevallen is de ureterocele duidelijk te zien op echografie. Soms is ook een cystoscopie onder narcose nodig om de diagnose te stellen.
Om de juiste behandeling te kunnen kiezen, moet soms eerst de nierfunctie worden bepaald met behulp van aanvullende onderzoeken (scintigrafie).
De behandeling
De keuze van behandeling hangt af van verschillende factoren. De uroloog zal de behandelopties met u bespreken. De opties zijn onder meer: geen behandeling, een minimaal invasieve behandeling, een uitgebreide reconstructie met re-implantatie van de beide ureters, en het verwijderen van het deel van de nier dat niet meer functioneel is.