Osteoporose of botontkalking is een sluimerende ziekte waarbij de botten geleidelijk aan brozer worden door een verlies aan botmassa en structurele afbraak van bot. Daardoor verhoogt het risico op breuken, bijvoorbeeld na een val, of na het tillen van een zwaar voorwerp. Vooral de pols, de heup en de wervelkolom zijn gevoelig voor breuken.
Pols- en heupfracturen zijn makkelijk vast te stellen, maar bij een wervelfractuur is dat niet altijd het geval. Een wervelbreuk veroorzaakt langdurige rugpijn en vergt meestal een operatie.
Osteoporose treft vooral vrouwen na de menopauze, maar ook mensen met reumatische ziekten zoals reumatoïde artritis en spondylartritis hebben een verhoogd risico.
Diagnose en behandeling
We stellen de diagnose met behulp van een botdensitometrie: daarmee meten we de densiteit of dichtheid van het bot.
De behandeling bestaat uit twee pijlers: medicatie en beweging.
De medicatie helpt om de botten te versterken, gecombineerd met voldoende calcium- en vitamine D-inname. De calciuminname verhogen kan door meer zuivelproducten of andere calciumrijke voeding te eten. Vitamine D wordt door het lichaam aangemaakt bij blootstelling aan zonlicht. Daarnaast zijn vaak calcium- en vit D-supplementen nodig.
Ook beweging speelt een belangrijke rol, vooral om osteoporose te voorkomen. Beweging versterkt de botten en spieren, behoudt de lenigheid en verbetert het evenwicht waardoor de kans op vallen verkleint.