De beeldvorming gebeurt op de dienst Medische beeldvorming, afdeling Mammografie. Die afdeling is gespecialiseerd in diagnostische technieken zoals mammografie en echografie van de borst, en in interventionele technieken zoals puncties en biopsieën.
Een MR-scan van de borst gebeurt op de MR-afdeling.
Afdeling Mammografie
Tel. 09 332 29 25
Locatie: ingang 50, route 735
Contact MR-afdeling
Tel. 09 332 40 82
Locatie: ingang 12, verdieping -1
Mammografie
Een mammografie is een röntgenopname van de borst. Een gespecialiseerde verpleegkundige bedient het toestel. De stralingsdosis wordt zo laag mogelijk gehouden.
De borst wordt op een plaat gelegd en gedurende enkele seconden door een tweede plaat aangedrukt. Dat kan lichte pijn geven, maar het aandrukken is nodig om de hoeveelheid stralen te kunnen beperken en om een zo helder mogelijk beeld te verkrijgen.
Let wel: crème, lotion of talk kunnen de beeldvorming verstoren. Parfum of deodorant vormen geen probleem.
Screeningsmammografie
Wanneer borstkanker in een vroegtijdig stadium wordt ontdekt, verbeteren de overlevingskansen en kan de behandeling minder ingrijpend zijn. Een screeningsmammografie speelt een essentiële rol in de vroegtijdige opsporing van borstkanker. Aan de hand van die mammografie wordt naar letsels gezocht die nog niet voelbaar zijn. Door oude en nieuwe röntgenfoto's te vergelijken kan de radioloog recente, soms heel kleine afwijkingen ontdekken.
Tweejaarlijks organiseert de Vlaamse gemeenschap een gratis screeningsonderzoek voor vrouwen tussen 50 en 69 jaar. Twee tot drie weken na het onderzoek zijn de resultaten bekend. De röntgenfoto's worden door twee gespecialiseerde radiologen afzonderlijk beoordeeld. In 95 procent van de gevallen zal bij die systematische screening geen enkele afwijking worden vastgesteld. Toont de mammografie evenwel iets verdachts, dan wordt een bijkomend onderzoek uitgevoerd. In 9 op de 10 gevallen gaat het niet om borstkanker.
Diagnostische mammografie
Als er wel een letsel voelbaar is, dan wordt een mammografie afgenomen om na te gaan of het om borstkanker gaat. In dat geval spreken we van een diagnostische mammografie. Dat onderzoek wordt meestal aangevuld met een echografie en indien nodig met een punctie.
Echografie
Bij een echografie wordt met ultrasone geluidsgolven een dynamisch beeld van de borsten gemaakt. Zo kunnen sommige letsels beter herkend en beoordeeld worden.
Het onderzoek is vooral bekend voor het opvolgen van de zwangerschap, waarbij er beelden van de foetus gemaakt worden.
Voor een echografie van de borst brengt de arts gel op de huid aan en gaat nadien met een sonde over de borst. Het onderzoek is onschadelijk en pijnloos.
Punctie
Het is mogelijk om onder echografische beeldvorming met een naald in een letsel te prikken en cellen op te zuigen: fijnenaaldaspiratie. Toch wordt vandaag de voorkeur gegeven aan het wegnemen van een weefselreepje, een cilinderbiopsie, omdat de patholoog het weefsel zo beter kan beoordelen.
De afdeling Mammografie beschikt over een computergestuurd toestel waarmee onder mammografische begeleiding weefselreepjes van microverkalkingen kunnen worden weggenomen. Zo wordt bijna altijd de diagnose van borstkanker gesteld.
De punctie biedt als voordeel dat het meteen duidelijk is of het om borstkanker gaat en of een bepaalde operatie nodig is.
MR- of MRI-scan
Een MR-scan maakt gebruik van radiogolven en van een zeer sterk magnetisch veld. Er komen geen röntgenstralen (X-stralen) aan te pas.
Voor een MR-scan ligt de patiënte op de buik op een verplaatsbare tafel. Die wordt in een tunnel met een magnetisch veld verschoven en zo wordt de hele borst laag voor laag geanalyseerd.
Tijdens het onderzoek wordt contrastmiddel toegediend via een injectie in de arm. Dat contrastmiddel wordt doorgaans veel beter verdragen dan jodiumhoudende contrastmiddelen die onder meer voor een CT-scan gebruikt worden.
Omdat een MRI-scanner veel lawaai maakt, krijgt de patiënt een koptelefoon op.
Een MR-scan levert een serie tweedimensionale beelden op die na elkaar geplaatst een driedimensionale voorstelling geven. Om die beelden niet te verstoren, is het belangrijk om tijdens het onderzoek heel stil te liggen. Gedurende het onderzoek, dat meestal een 20-tal minuten duurt, wordt de patiënt permanent gevolgd op camerabeelden. Bij problemen kan de verpleegkundige via een alarmbelletje gewaarschuwd worden.
Hoewel aan een MR-scan geen röntgenstralen te pas komen, wordt het onderzoek uit veiligheidsoverwegingen niet uitgevoerd tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. Meld een zwangerschap of vermoeden ervan dus altijd aan de arts of verpleegkundige.
Metalen voorwerpen en hulpstukken
Metalen voorwerpen - pennen, juwelen, muntstukken, aansteker, GSM, sleutels, haarspelden, … - moeten uit de buurt van het toestel worden gehouden omdat ze door het magneetveld kunnen worden aangetrokken of het kunnen verstoren. Dat geldt ook voor voorwerpen die door het magneetveld beschadigd kunnen worden zoals horloges, bankkaarten, een kunstgebit, een hoorapparaat enzovoort.
Patiënten met inwendige magnetische of elektrische hulpmiddelen zoals een pacemaker of binnenoorprothese, kunnen niet onderzocht worden en mogen de onderzoeksruimte ook niet betreden. Ook sommige kunsthartkleppen, heupprothesen, vaatclips enzovoort mogen niet in een sterk magnetisch veld komen. Sommige apparaten die aan het lichaam vastgehecht zijn - insulinepompen, inplantbare pijnpompen, ... - moeten eerst verwijderd worden.
Licht altijd de verpleegkundige in als u gebruikmaakt van zo'n metalen voorwerp of medisch hulpmiddel. U krijgt dan instructies over wat in de kleedkamer moet worden achtergelaten. Voor het onderzoek mogen gewoonlijk enkel een t-shirt of hemd, slip en kousen aangehouden worden. Kledij waarin metaal is verwerkt, moet zeker uit omdat die storing veroorzaakt.