Volgens de Belgische wetgeving is iedereen een potentiële donor. Dat principe noemen we ‘opting-out’. De overheid gaat ervan uit dat u bij overlijden orgaandonor bent, tenzij u bij leven hebt laten registreren dat u dat niet wil. Door de invoering van deze wetgeving in 1986 werd België een van de donatiekoplopers in Europa.
In de praktijk polst de arts altijd eerst bij de nabestaanden naar de wens van de overledene.
Registreren als orgaandonor
Om te vermijden dat uw nabestaanden bij uw overlijden geconfronteerd worden met de emotioneel beladen vraag naar orgaandonatie, is het een goed idee om u expliciet te laten registreren als orgaandonor. Dat kan heel eenvoudig door in het gemeentehuis van uw woonplaats, via e-Health of bij uw huisarts een verklaring in te vullen en te laten registreren. Zorgverleners volgen dan de geregistreerde wil van de overledene.
U kunt het formulier voor registratie als orgaandonor hier downloaden. Dit formulier kunt u ook gebruiken als u verzet wil aantekenen tegen orgaandonatie.
Orgaandonatie verloopt anoniem
De Belgische wet stelt dat orgaandonatie volledig anoniem moet gebeuren. Nabestaanden van de donor mogen niet weten welke ontvangers een of meerdere organen van hun familielid krijgen. Omgekeerd mag ook de ontvanger niet weten van welke donor zijn of haar nieuwe orgaan afkomstig is.
Via de transplantatiecoördinatoren is onderlinge correspondentie wel mogelijk. Die verloopt dan uiteraard geanonimiseerd.
Meer weten
Levende donatie
Bij welke organen is levende donatie mogelijk?
Levende donatie is mogelijk bij de nieren en (een stuk van) de lever. Tijdens de operatie wordt bij de donor op een gecontroleerde en veilige manier een nier of een stuk van de lever verwijderd. Het orgaan wordt aansluitend getransplanteerd bij de ontvanger.
Wie komt in aanmerking voor levende donatie?
Enkel familieleden (bloedverwanten of partners) en mensen met een zeer nauwe maar niet-familiale band, zoals dichte vrienden, komen als levende donor in aanmerking. De potentiële donor en ontvanger worden vooraf uitgebreid medisch én psychologisch gescreend. Niet elke potentiële donatie kan dus zonder meer doorgaan.
De levende donatie moet vrijwillig en onbaatzuchtig gebeuren. Er mag dus geen sprake zijn van enige dwang. Ook een financiële compensatie tussen donor en ontvanger is verboden.
Meer weten
Hebt u vragen over levende donatie? Neem dan contact op met de betrokken dienst.
Donatie na overlijden
De overgrote meerderheid van de donororganen zijn afkomstig van overleden donoren. Donatie is mogelijk na hersendood en na circulatiedood.
Orgaandonatie na hersendood (DBD of Donation after Brain Death)
Hersendood is een onomkeerbare lichamelijke toestand. De normale hersenfuncties en –reflexen van een hersendode patiënten vallen weg maar de andere organen kunnen tijdelijk nog normaal functioneren. Die organen zijn vaak nog in prima conditie en kunnen getransplanteerd worden.
Uiteraard wordt iemand niet zomaar hersendood verklaard. Hersendood moet volgens de Belgische wetgeving vastgesteld worden door drie artsen. Zij werken onafhankelijk van de orgaandonatie- en transplantatieteams en volgen de meest recente wetenschappelijke inzichten en kennis.
Orgaandonatie na circulatoire dood (DCD of Donation after Circulatory Death)
Bij patiënten in een uitzichtloze medische situatie kan een multidisciplinair team beslissen om de therapie stop te zetten. Het hart en de bloedcirculatie van de patiënt vallen dan onomkeerbaar stil. Bij sommige van deze patiënten kunnen een aantal organen voor transplantatie weggenomen worden.