Het PolyCystisch OvariumSyndroom - kortweg PCOS - komt voor bij 5 tot 10 procent van de vrouwen in de vruchtbare levensfase. Het is daarmee een van de meest voorkomende reproductieve en hormonale stoornissen bij vrouwen.
Het syndroom wordt gekenmerkt door tal van symptomen: een teveel aan androgenen of mannelijke hormonen (hyperandrogenisme), te veel androgenen in het bloed (hyperandrogenemie), een onregelmatige of geen eisprong (oligo-ovulatie of anovulatie) en cysten in de eierstokken (polycystische ovaria). De mate waarin de symptomen zich manifesteren kan verschillen en veranderen met de tijd. Naargelang de etniciteit kan het voorkomen verschillen. PCOS kan dus bij verschillende patiënten op een verschillende manier tot uiting komen. We spreken daarbij van vier verschijningsvormen of fenotypes.
Fenotypes van PCOS
Onderstaand vendiagram toont de verschillende fenotypes van PCOS met hun overeenkomstige symptomen.
Fenotype A: hyperandrogenisme of hyperandrogenemie, oligo-ovulatie of anovulatie en polycystische ovaria op echo.
Fenotype B: de combinatie van hyperandrogenisme of hyperandrogenemie en oligo-anovulatie.
Fenotype C: de combinatie van hyperandrogenisme of hyperandrogenemie en polycystische ovaria op echo.
Fenotype D: de combinatie van oligo-anovulatie en polycystische ovaria op echo
Over de definitie van PCOS bestaat vooralsnog geen consensus. Volgens de meest gebruikte definitie vallen de vier bovenstaande fenotypes onder PCOS. Voor sommige experten is een teveel aan androgenen of mannelijke hormonen een voorwaarde voor het syndroom. Zij beschouwen fenotype 2 dus niet als PCOS. De diagnose van PCOS kan enkel gesteld worden als vaststaat dat de symptomen niet door een andere aandoening veroorzaakt worden.
Oorzaak van PCOS
De precieze oorzaak van PCOS is niet gekend. Wel staat vast dat genetische aanleg en omgevingsfactoren een rol spelen. Vrouwen die bepaalde erfelijke factoren bezitten, hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van het syndroom. Bij vrouwen met PCOS blijkt immers vaak dat de moeder of een zus ook het syndroom heeft.
Ook bepaalde externe factoren en afwijkingen in de hormonenbalans spelen een rol in de ontwikkeling van PCOS. Het onevenwicht in de hormonenbalans wordt gekenmerkt door een verhoogde LH-waarde en gestegen testosteron- en insulinespiegels, soms in combinatie met een te lage FSH-waarde. Dat leidt tot een gebrekkige werking van de eierstokken, overmatige lichaamsbeharing (hirsutisme), haaruitval (alopecia), acne en een verhoogd insulinegehalte in het bloed (hyperinsulinemie).