- Wie komt in aanmerking voor een fertiliteitsbehandeling?
- Wat neem ik mee naar het intakegesprek?
- Hoe verloopt de eerste raadpleging?
- Zijn al die hormonen veilig voor de gezondheid?
- Wat zijn de gevolgen van ivf-stimulatie op lange termijn?
- Kom ik vroeger in de menopauze na herhaalde stimulaties?
- Ik kreeg (meermaals) een embryo van goede kwaliteit teruggeplaatst, maar ik word niet zwanger. Hoe komt dat?
- Waarom moet ik niet rusten na een embryoterugplaatsing?
- Is ivf/ICSI gevaarlijk voor de gezondheid van mijn kinderen?
- Mag ik vrijen na een behandeling?
- Hoeveel ivf-behandelingen kan ik ondergaan?
- Hoeveel tijd moet er zitten tussen twee behandelingen?
- Mag ik tijdens mijn behandeling of na mijn embryotransfer een lokale verdoving krijgen, bijvoorbeeld om een kies te laten trekken?
- Ik heb bloedverlies na de terugplaatsing van een embryo, maar het is nog te vroeg om een zwangerschapstest te doen: wat moet ik nu doen?
Wie komt in aanmerking voor een fertiliteitsbehandeling?
Wie een kinderwens heeft maar niet spontaan zwanger wordt, kan een afspraak maken bij een fertiliteitskliniek. Iedereen die dat wenst, kan bij ons terecht voor een verkennend gesprek.
Wat neem ik mee naar het intakegesprek?
Hebt u een afspraak gekregen voor een intakegesprek? Dan neemt u in elk geval mee:
- ingevulde anamnese of vragenlijst (gemaild bij het maken van de afspraak)
- de resultaten van eventuele vorige behandelingen. Ging het om een ivf-behandeling: dan bij voorkeur een uitgebreide samenvatting met gegevens over de kwaliteit van de embryo's
- eventuele verwijsbrieven
- andere medische informatie die nuttig kan zijn.
Hoe verloopt de eerste raadpleging?
Het is belangrijk dat u en uw partner beiden aanwezig zijn op de eerste afspraak. Die is namelijk bedoeld om een zo helder mogelijk beeld te krijgen van uw levensomstandigheden en medische geschiedenis. Daarvoor krijgt u vooraf een vragenlijst toegestuurd die als leidraad zal dienen voor dit gesprek.
Gelieve de vragenlijst volledig ingevuld mee te brengen naar de eerste raadpleging. Ook eventuele verwijsbrieven en medische informatie die nuttig kan zijn brengt u mee.
Op het einde van dit gesprek zal de arts bepalen wat de volgende stappen zijn. Het is mogelijk dat u wordt aangeraden om een of meerdere onderzoeken te ondergaan.
Zijn al die hormonen veilig voor de gezondheid?
Het follikelstimulerend hormoon (FSH) is een natuurlijk hormoon: in de natuurlijke cyclus produceert de vrouw het zelf. Natuurlijk worden in ivf-cycli hogere doses toegediend, maar de hormonen zelf zijn veilig. Eventuele nevenwerkingen vloeien voort uit de reactie van de eierstokken.
Wat die gevolgen zijn, hangt sterk samen met het effect van de stimulatie: hoeveel follikels ontwikkelt de patiënt? In welke mate stijgt daardoor het oestradiol, het vrouwelijk hormoon dat door de follikel wordt aangemaakt?
Als een vrouw te sterk reageert op de inspuitingen, neemt het risico op het hyperstimulatiesyndroom toe. In dat geval zullen 25-40 follikels groeien, zodat de eierstokken sterk in volume zullen toenemen en vocht zullen aantrekken. Vooral na de eicelpunctie zal dat voor buikklachten zorgen. In ernstige gevallen moet de vrouw voor observatie naar het ziekenhuis. Als het hyperstimulatiesyndroom goed wordt opgevolgd en behandeld, houdt het in principe geen ernstige risico's voor de gezondheid van de vrouw in, maar het kan wel voor ongemakken zorgen.
Wat zijn de gevolgen van ivf-stimulatie op lange termijn?
Voor zover we vandaag weten, doen ivf-stimulaties het risico op allerlei vormen van kanker niet toenemen. Er wordt nog altijd onderzoek gedaan en studies spreken elkaar wel eens tegen, maar men neemt aan dat het risico op borstkanker niet groter wordt.
Anderzijds is het wel zo dat kinderloosheid en een eerste zwangerschap op latere leeftijd risicofactoren zijn voor borstkanker.
Voor eierstokken geldt iets gelijkaardigs. Het is al langer bekend dat zwangerschappen en pilgebruik bescherming bieden tegen eierstokkanker. Vrouwen die te kampen hebben met vruchtbaarheidsproblemen en daarom ivf nodig hebben, zullen die bescherming in principe niet genieten en hebben dus een verhoogd risico op eierstokkanker. Dat risico staat los van eventuele stimulaties die ze hebben gehad. Het is dus het vruchtbaarheidsprobleem dat het risico bepaalt.
In tegenstelling tot borstkanker is eierstokkanker vrij zeldzaam. Concreet betekent dat 'verhoogd risico' een heel klein aantal gevallen per jaar. Om eventuele veranderingen ter hoogte van de eierstokken al in een vroege fase op te sporen, kunt u – vooral na de menopauze – elk jaar een gynaecologische controle met transvaginale echografie laten uitvoeren.
Kom ik vroeger in de menopauze na herhaalde stimulaties?
Elke maand komt normaal één eicel tot ontwikkeling en hebt u één eisprong. Door de stimulatie worden er dat vaak een tiental. Belangrijk om te weten is dat al die eicellen ook zonder stimulatie verloren zouden zijn gegaan. Anders gezegd: elke maand gaan bij elke vrouw verschillende eicellen verloren en bereikt er slechts één de eisprong. Het voordeel van de stimulatie is dat we al die eicellen kunnen 'redden' en gebruiken.
Stimulaties vervroegen dus het tijdstip van de menopauze niet. Evenmin putten ze de eierstokken vroegtijdig uit. Dat verklaart ook waarom het antwoord op de stimulatie zo sterk kan verschillen. Elke vrouw beschikt immers over een bepaalde maandelijkse reserve aan eicellen die we kunnen aanspreken. Het is onmogelijk om eicellen tot ontwikkeling te brengen die nog niet klaarzitten.
Ik kreeg (meermaals) een embryo van goede kwaliteit teruggeplaatst, maar ik word niet zwanger. Hoe komt dat?
Voor een zwangerschap moeten goede embryo's op het juiste moment op de goede plaats terechtkomen. Met de behandeling kunnen we wel zorgen voor het juiste moment. Meestal kunnen we ook wel zorgen voor de goede plaats – het baarmoederslijmvlies wordt door medicijnen verder ondersteund. Goede embryo's, dat is een ander paar mouwen.
Waarschijnlijk doen zich bij de meeste embryo's tijdens de eerste celdelingen fouten voor. De dochtercellen zijn dan niet meer in staat zijn om zich te handhaven en sterven dus af. Dat verschijnsel is blijkbaar eigen aan de menselijke voortplanting: ook in de natuur leidt naar schatting slechts één op drie bevruchte eicellen tot een zwangerschap.
Wanneer de embryo's enkele dagen na de bevruchting in de baarmoeder worden gebracht, kunnen ze er best nog 'mooi' uitzien – dus zonder veel verbrokkeling. Toch kunnen ze de in de daaropvolgende dagen nog verloren gaan. Eigenlijk is dat een vorm van natuurlijke selectie: alles wat abnormaal evolueert, wordt geëlimineerd.
Als twee goede embryo's worden teruggeplaatst, of zelfs maar één, dan bedraagt de kans op een zwangerschap 30 tot 40 procent. Toch is onmogelijk te voorspellen welke patiënt zwanger wordt en welke niet. Als we het louter statistisch bekijken, moet twee derde van de vrouwen binnen de eerste drie behandelingspogingen zwanger worden. Dat wordt ook bevestigd door de resultaten in ons centrum. Maar het blijft een kansspel …
Waarom moet ik niet rusten na een embryoterugplaatsing?
Een embryo dat in de baarmoederholte is teruggeplaatst, zit nergens veiliger. Embryo's zijn piepklein (0,1 mm doorsnede) en kleven in de plooien van de baarmoederholte. Die wanden raken elkaar (de baarmoederholte is een virtuele ruimte), zodat de embryo's er niet kunnen uitvallen. Rusten of platliggen hoeft dus helemaal niet. In haar normale cyclus weet de vrouw niet eens wanneer ze in haar baarmoeder een embryo heeft. Na een terugplaatsing mag u dus alles doen: sporten, zwemmen, reizen en werken. Wel moet u - met het oog op een mogelijke zwangerschap - voorzichtig zijn met alcohol, roken, medicijnen, contactsporten en röntgenstralen.
Is ivf/ICSI gevaarlijk voor de gezondheid van mijn kinderen?
Dit is een complexe vraag, met verschillende deelantwoorden:
- Vruchtbaarheidsbehandelingen kunnen tot meerlingen leiden (zowel na stimulaties, inseminaties, ivf als ICSI). Tweelingen en drielingen worden gemiddeld vroeger geboren. Die prematuriteit kan gevolgen hebben voor de gezondheid van de kinderen. Dat staat wel los van de intrinsieke risico's van de behandeling zelf: aan meerlingzwangerschappen die spontaan zijn ontstaan, zijn net dezelfde risico's verbonden. In elk geval streven we ernaar om meerlingen te voorkomen, al zijn veel koppels en artsen er moeilijk van te overtuigen dat een tweeling niet zonder meer een succes is.
- Het risico bestaat dat u een een vruchtbaarheidsprobleem doorgeeft aan de volgende generatie. Zoals iemand met suikerziekte een verhoogd risico heeft dat zijn of haar kind ook suikerziekte zal ontwikkelen, zo zijn er koppels die hun erfelijk bepaalde vruchtbaarheidsproblemen kunnen doorgeven. Met name bij de mannelijke onvruchtbaarheid zijn er erfelijk bepaalde stoornissen bekend die gebonden zijn aan het Y-chromosoom.
Zulke koppels hebben een verhoogde kans dat hun zoon later zelf een vruchtbaarheidsprobleem zal hebben. Voor alle duidelijkheid: we hebben het hier alleen over onvruchtbaarheid en niet over andere handicaps. Wij vinden het belangrijk om het koppel daarover te informeren. Als ze dat willen, kunnen ze zich laten testen en zelf een zorgvuldig afgewogen beslissing nemen over hun kinderwens. - Houdt ICSI zelf een verhoogd risico in op een of andere afwijking? Als het om niet-chromosomale afwijkingen gaat – hartafwijkingen, open rug enz. – lopen de aantallen bij ivf-zwangerschappen en spontane zwangerschappen gelijk op. Bij extreme vormen van mannelijke onvruchtbaarheid stellen we een lichte toename vast van chromosomale afwijkingen. Die toename is te wijten aan afwijkingen in de zaadcellen. De frequentie daarvan is minder dan 1 procent. Bij koppels met extreem slecht sperma kan daarom nog altijd een vruchtwaterpunctie worden overwogen.
Mag ik vrijen na een behandeling?
Seks na een intra-uteriene inseminatie of na de terugplaatsing van een embryo kan geen kwaad. U mag ook werken, sporten, heffen en tillen. U mag eigenlijk alles – alleen vragen we u met het oog op een mogelijke zwangerschap voorzichtig te zijn met alcohol, roken, medicijnen en röntgenstralen.
We raden u wel af om op de dag van de punctie te gaan werken. Na de punctie – zeker als die onder algemene verdoving gebeurt – hebt u medicijnen gekregen die de rijvaardigheid beïnvloeden. U mag dus ook niet zelf met de auto rijden. Vrijen na de punctie mag in principe wel, tenzij de arts dat afraadt.
Het is wel beter om een drietal dagen vóór de inseminatie of de eicelpunctie niet te vrijen. Als de man die dag een vers staal moet produceren, zal dat van betere kwaliteit zijn. Op de andere dagen van de behandelingscyclus, vóór of na de inseminatie of de terugplaatsing, is seks geen enkel probleem.
Hoeveel ivf-behandelingen kan ik ondergaan?
In theorie staat daar geen beperking op. In de praktijk zal het antwoord afhangen van uw emotionele en financiële draagkracht, de intensiteit van uw kinderwens en de vooruitzichten op een succesvolle behandeling.
De kans op succes wordt beïnvloed door de leeftijd van de vrouw, het aantal eicellen dat ze kan produceren, de kwaliteit van de embryo's en gynaecologische afwijkingen of nog niet helemaal bekende omstandigheden die de vruchtbaarheid kunnen verminderen.
Het is realistisch om bij de start uit te gaan van minstens drie behandelingen. Zonder ongunstige factoren bedraagt de kans op slagen binnen de drie cycli ongeveer 75 procent. Na drie mislukte pogingen bespreekt u de stand van zaken het best met uw arts. Op basis van de vooruitzichten kunt u dan een beslissing nemen.
Soms wordt het doorzettingsvermogen van een koppel beloond en treedt een zwangerschap op bij de vijfde of zelfs de tiende poging. Anderzijds moeten koppels soms ook durven te aanvaarden dat verdere behandelingen geen zin meer hebben.
Hoeveel tijd moet er zitten tussen twee behandelingen?
Tussen twee behandelingen is in principe geen rustcyclus nodig, tenzij de arts een ander advies geeft.
Mag ik tijdens mijn behandeling of na mijn embryotransfer een lokale verdoving krijgen, bijvoorbeeld om een kies te laten trekken?
Tijdens de behandeling is dat geen probleem. U moet de arts of tandarts wel op de hoogte brengen van uw behandeling, omdat u mogelijk meer kans maakt op nabloedingen.
Na een embryotransfer kan een tandextractie ook. U brengt de tandarts dan wel op de hoogte dat u mogelijk zwanger bent. De dokter zal u dan eventueel een ander soort verdoving geven (xylocaïne zonder adrenaline). Hij of zij zal er ook rekening me houden dat u meer kans maakt op nabloeden.
Ik heb bloedverlies na de terugplaatsing van een embryo, maar het is nog te vroeg om een zwangerschapstest te doen: wat moet ik nu doen?
Neemt u medicatie om de innesteling van het embryo te ondersteunen, dan mag u die blijven nemen. Vaginaal bloedverlies kan verschillende oorzaken hebben. Het treedt soms ook op na sporten of vrijen, en is dus niet altijd te wijten aan baarmoederslijmvlies dat afbreekt bij een beginnende menstruatie. Het kan ook gaan om een innestelingsbloeding.
De arts of vroedvrouw geeft na de terugplaatsing aan wanneer u een bloedtest of urinetest kan doen om een zwangerschap vast te stellen. Via bloedafname kan dat ten vroegste 16 dagen na de eicelpunctie of eisprong.